In de zeventiger en tachtiger jaren waren Le Corbusier en zijn tijdsgenoten de grote voorbeelden in het onderwijs. Hoe kon het anders, onze professoren waren hun stagiairs geweest. Ik hield niet van Le Corbusier, waarschijnlijk omdat het mij werd opgedrongen. Ik was meer een Frank Lloyd Wright fan. En ik wil hier zeker niet de verwezenlijkingen van Le Corbusier en zijn generatie minimaliseren. Ze zijn kinderen van hun tijd. De industriële vooruitgang toonde zich in hun architectuur, waarbij overconsumptie van grondstoffen nog niet genoeg was en waarbij de arrogantie de mens boven de natuur heeft verheven. Niet onverwacht kaartte de Club van Rome (opgericht in 1968) in de zeventiger jaren reeds het probleem van de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen en de vervuiling aan met hun bekendste rapport ‘De grenzen aan de groei’. Veel is gezegd daarover, weinig is veranderd daardoor. Alhoewel, na vijftig jaar boekt het COP jaarlijks een beetje vooruitgang. Soms lijkt het meer de greenwashingprocessie van Echternach, maar zolang er beweging is, is er hoop op vooruitgang.
We zijn niet goed bezig. Onze CO2-uitstoot is sedert ‘97 zelfs nog gestegen met 60 procent bovenop het referentiekader van de Kyoto-norm. Er is helemaal nog geen zicht op een kentering en een daling. China opent nog constant nieuwe koolcentrales om de honger naar energie te stillen. Duitsland verwijdert een recent gebouwd windmolenpark voor de ontginning van bruinkool.
De renaissance heeft gezorgd voor het ontstaan van de wetenschap en de bewustwording van de mens, wat geleid heeft naar een technologische en medische vooruitgang. De industriële revolutie heeft ons welvaart gebracht. De kostprijs van dit alles is onthechting van onze roots (de natuur). Onthechting ligt altijd aan de oorsprong van extreme radicalisering en dwaze arrogantie.
We hebben eeuwenlang de natuur gezien als onze grootste vijand om ons comfort en onze welvaart uit te bouwen. We deden dit in de geneeskunde met de antibiotica, in de voedselvoorziening met pesticiden, in de bouw- en industriële sector met kunstmatige grondstoffen en ontginning van fossiele brandstoffen voor verwarming en transport. In dit alles hebben we nooit stilgestaan bij de neveneffecten van overconsumptie en bij de negatieve impact op de natuur.
Nochtans, de oplossing is er. De natuur moet onze bondgenoot worden. Met het huidig gekend biobased aanbod zijn we reeds in staat om klimaatneutraal en zelfs -herstellend te werken. Hout is trouwens het meest voor de hand liggend constructie- en afwerkingsmateriaal, dat over goede eigenschappen voor stabiliteit, akoestiek, brandreactie en mentale gezondheid beschikt met dat net iets meer. Het gebruik van hout (met alle andere biobased materialen) herstelt het klimaat door CO2 uit de atmosfeer te halen via fotosynthese. Bij langdurig gebruik van hout in onze constructies slaan we CO2 op gedurende meerdere decennia.
Om deze transitie in gang te zetten, dienen we CO2-opslag in onze gebouwen te valoriseren en te stimuleren. We verkopen de CO2-opslag als CO2-emissierechten (26 €/ton) aan de industrie. Dit kan een financiële injectie voor de bouwheer betekenen van 5.000 euro voor een standaard woning. Nog niet zo’n gek idee, maar het lijkt te eenvoudig.
Zoals Frank Lloyd Wright zei: NATURE WILL NEVER FAIL YOU.
Arch. Piet Kerckhof,
Oprichter en zaakvoerder van Wood Architects & Engineers
Bestuurslid Pixii (voorheen PassiefHuisPlatform)
Bestuurslid NAV – Oost-Vlaanderen
Ambassadeur Climate Reality Project (Former US Vice-President Al Gore)