Steeds meer ondernemers zijn ervan overtuigd dat vooral de mensen, en dus niet zozeer het gebouw op zich, het voornaamste kapitaal vormen van de onderneming. Naast duurzaamheid is er, zowel bij nieuwbouw als renovatie, dan ook steeds meer aandacht voor het welzijn en de gezondheid van de gebruikers in het gebouw. Meten is weten en daarom werd ook hiervoor een standaard met minutieus uitgewerkte leidraad ontwikkeld: de WELL Building Standard.
Naast de LEED en BREAAM, respectievelijk een Amerikaans en Europees certificeringssysteem dat focust op de duurzaamheid van gebouwen, krijgt ook de WELL Building Standard stilaan meer bijval. WELL is een soort van keurmerk, uitgegeven door het Amerikaanse International WELL Building Institute (IWBI), dat aangeeft hoe het gebouw bijdraagt aan de gezondheid en het welzijn van mensen en de gebruikers van het gebouw. Perfect op maat van kantoorgebouwen, al is deze standaard bij uitbreiding net zo goed toepasbaar voor industriebouw, retail, zorginstellingen, hospitality en andere gebouwen.
Wat houdt een WELL-certificering juist in? We vroegen het aan Gerrit De Smet, projectmanager duurzaam bouwen en WELL AP, kort voor ‘accredited professional’. Samen met zijn collega’s bij IDEWE begeleidt hij ontwerp- en bouwteams onder meer bij het concretiseren van de WELL-ambities, het op punt stellen van het ontwerp, het eigenlijke bouwproces en het uiteindelijk behalen van een WELL-certificaat. Gerrit De Smet: “WELL stopt trouwens niet bij het behalen van het certificaat. Je moet het als het ware blijven verdienen, ook tijdens de exploitatie. Er is een blijvende monitoring voor de prestatie-eisen van alle deelaspecten van de Well Building Standard. WELL bestaat trouwens niet alleen uit ontwerpelementen maar ook beleidsfactoren spelen een rol. Het ontwerp van de bedrijfskantine met aandacht voor welzijn is één ding, maar met welke ingrediënten er gekookt wordt is ook van tel.” De WELL Building Standard telt in totaal wel zevenhonderd wetenschappelijk onderbouwde criteria, verdeeld over elf WELL-concepten. Een zeer gedetailleerde lijst met concrete handvatten. Aan sommige criteria moet verplicht worden voldaan, andere zijn optioneel en maken het verschil tussen WELL Bronze, Silver, Gold of Platinum.
De WELL-categorieën in het kort: Lucht, Water, Voeding, Verlichting, Beweging, Thermisch comfort, Geluid, Materialen, Psychosociale aspecten, Gemeenschap en tot slot Innovatie als extra categorie. Waar diverse concepten min of meer voor zich spreken, vragen andere meer toelichting. Beweging bijvoorbeeld. Gerrit De Smet: “Dit betekent niet alleen een bewegingsruimte voorzien, maar bijvoorbeeld ook onbewust aanmoedigen – via nudging – om de trap te nemen door deze op een aantrekkelijke manier in het ontwerp te integreren en aan te kleden. Ergonomische werkplekken horen er uiteraard ook bij.” Het concept Psychosociale aspecten zet op zijn beurt in op het mentaal welzijn terwijl het concept Gemeenschap een gezondheidscultuur opbouwt, bijvoorbeeld door het regelmatig consulteren van alle gebouwgebruikers”, vervolledigt Gerrit De Smet. “Daarnaast moet het ontwerp oog hebben voor inclusie en toegankelijkheid. Naast een beleid uiten deze thema’s zich dus ook in ontwerpeisen.”
De voordelen van WELL? Gelukkige werknemers zijn de key to succes. Zeker nu de war on talent volop woedt, wil men werknemers aantrekken en vooral ook houden. Gezonde, gemotiveerde en tevreden werknemers – met als logisch gevolg minder ziekteverzuim – die bijgevolg ook productiever zijn. “WELL geeft sowieso een positieve boost aan de employer branding en resulteert ook in een algemene imagoboost. Het komt daarenboven de waarde van het gebouw ten goede en verhuurt gemakkelijker”, weet Gerrit De Smet. Nog even meegeven dat zowel nieuwbouw als gerenoveerde panden in aanmerking komen voor WELL. Zo verhuisde IDEWE Turnhout recent naar een gerenoveerd kantoorgebouw dat momenteel – onder het motto ‘practice what you preach’ – in de laatste fase zit voor het behalen van een WELL-certificaat.