Maar gezien corona gooit het familiebedrijf het roer om: Nelissen gaat op pad om maatschappelijk geëngageerde organisaties – gespreid over het hele land – te bedanken voor hun inzet tijdens de coronacrisis.
Nelissen Steenfabrieken ruilt het feestgedruis dus in voor een grootschalige solidariteitsactie, zo legt Roberta Melis (Marketing & Communication Manager) uit: “Vanaf begin september doorkruist ons team het hele land, onder de noemer ‘Wij dragen ons steentje bij’. We zullen in meerdere provincies halt houden bij organisaties die onze samenleving tijdens de coronacrisis mee recht hebben gehouden. Met een verrassing tonen we onze waardering voor de manier waarop hun medewerkers de wereld mooier maken.”
De keuze van de goede doelen verliep weldoordacht: “Onze gevelstenen zijn verwerkt in heel wat woningen. Maar niet iedereen heeft het geluk een dak boven het hoofd te hebben. Daarom bezoeken we enerzijds enkele organisaties die daklozen ondersteunen, en op die manier armoede helpen bestrijden.”
Anderzijds wil Nelissen Steenfabrieken de medewerkers van zorginstellingen een hart onder de riem steken. “Dat kunnen ziekenhuizen zijn die uitzonderlijk veel coronapatiënten opvingen, maar evengoed woonzorgcentra waar het virus een enorme impact had op de gezondheid van de inwoners. Of een organisatie zoals Covida, die kinderen, jongeren en volwassenen met een beperking in de Limburgse regio ondersteunt”, verduidelijkt Roberta.
De solidariteitsactie ‘Wij dragen ons steentje bij’ past in een breder programma, waarbij Nelissen Steenfabrieken zoveel mogelijk mensen op een kleinschalige manier in de feestvreugde laat delen.
“Een massaal megafeest is dit jaar niet aan de orde. Maar door meerdere, laagdrempelige acties op het getouw te zetten, blijft onze 100ste verjaardag toch niet onopgemerkt. Zo zetten we aan het eind van de zomer een cocktailwedstrijd op poten, waarbij architecten een ginpakket en cocktailworkshop kunnen winnen. En op 8 oktober volgt de apotheose. Dan maken we onder andere 6 uur radio, onder de vlag ‘Brick FM’. Op die manier betrekken we toch zoveel mogelijk mensen bij ons eeuwfeest.”