Het recept van à la carte architect Luc Binst. ”Ontwerpen is gecontroleerd uit de bocht gaan”

Dat ingebakken DNA van het uitpuren. Die grafische kracht. Het verleggen van artistieke grenzen. Hoe interieur, architectuur en exterieur verstrengelen. De ambitie van architect Luc Binst (48) voor de komende jaren klinkt alvast veelbelovend. “Ik wil nog veel fun beleven aan het à la carte ontwerpen van thuishavens. Ik noem het: gecontroleerd uit de bocht gaan.” 

Anno 2003. Toen ontmoette ik Luc Binst voor het eerst. Luc had nog maar net zijn neus aan het venster gestoken of hij viel al meteen – met zijn eigen virtuoos geconcipieerde lofthouse in Humbeek – in de prijzen: Awards van de Belgische Architectuur, 2de ronde. Meteen was de toon gezet. Die architectenwoning gaf aan dat we te maken hadden met een visionair. Getuige het aparte materiaalgebruik, het spelen met ruimte, licht en kleur, de splitlevels waarbij wonen en thuiswerken samenvloeien. Zo is er het 13-meter-lange bureaublad met de allure van een catwalk en het keukenaanrecht dat opgaat in de badkamervloer waar de kuip in verzinkt. Kamers laten zich niet langer in hoekjes duwen. Die oefening in verruiming was voor Binst de trigger om voortaan alle op hem afkomende opdrachten te beschouwen als een uitdaging en er, dankbaar voor de opportuniteit, het maximum uit te halen voor mens en maatschappij. 

Uiteindelijk zal de vrijstaande woning met praktijkruimte van Binst himself nog tien jaar lang internationaal nazinderen met meer dan 230 publicaties wereldwijd en tal van prijzen. Luc kreeg er op 23 november 2006 zelfs de Lensvelt Architect Interieurprijs voor. Tot op vandaag is hij de enige Belgische ontwerper die die eer te beurt is gevallen. Het leverde, geheel terzijde, zo’n 12.500 euro op.

Luc Binst: “Een aardig bedrag was dat indertijd voor een jonge beginnende architect als ik. Tot op vandaag is het huis nog steeds een echte habitat voor mij en mijn gezin. Waar we genieten van deze architectuur, kunst, boeken, gezellig samenzijn, qualitytime. Waar we onze batterijen kunnen opladen. Het lijkt wel de motor van ons leven.”

In 2005 trof ik Luc een tweede keer. Dat was toen wijlen Jo Crepain en Luc Binst, twee geniale geesten in het architectuurlandschap, besloten om de koppen bij mekaar te steken. Het werd een succesverhaal. Tot op vandaag worden trouwens de bekroningen aaneengeregen. In 2020 bijvoorbeeld. We noteren dan voor Binst Architects onder andere Staalbouwwedstrijd, Laureaat ‘Utiliteitsbouw’ – HQ Cordeel, Temse (BE). 

“Aan Filip van de Cordeel Group had ik voorgesteld om hun hoofdkwartier boven de Schelde te bouwen. Dat was als grap bedoeld, maar evengoed serieus. Inmiddels is iedereen opgezet met het resultaat, inclusief de burgemeester en het schepencollege. Samen hebben we de site van de vroegere Boelwerf een vernieuwde dynamiek en bedrijfsstatus gegeven.” 

Door de state of the art technieken en het hoogstaand vakmanschap is deze futuristische realisatie klaar voor de volgende generatie. 

Maar Luc Binst verstaat tegelijk wel de kunst om, met al zijn architecturale expertise en bagage, zo’n utiliteitsbouw met kantoren uit te werken op particuliere schaal. Het is één grote flexplek geworden waar je met plezier aanmeert. Een flexibele locatie die aanzet
tot reflectie. 

Luc Binst: “Voor mij is dit meer een aantrekkelijk paviljoen, een zwevende villa waar het erg aangenaam vertoeven is. Er zijn tal van bufferruimtes om te organiseren volgens de veranderende noden. Het geheel heeft een aangename doorloop en de terrassen nodigen uit om te verpozen en de natuur maximaal te laten inwerken.” 

Architectuur van Binst getuigt van een iconische eigenheid, zet aan tot een intense beleving van de wereld en zorgt voor een positieve noot. Daarbij schuwt het architectenbureau het out-of-the-box denken niet. Zo tekent Binst Architects voor de plannen van onder meer het nieuwe spraakmakende voetbalstadion van Lierse en vele andere exquise opdrachten. Voor de Karel de Grote hogeschool op de Meir heeft men een eigentijdse interpretatie van een barokke gevel in petto. 

Luc Binst, de abstracte expressionist, heeft nog steeds iets van die jonge wolf die hij was bij zijn afstuderen als architect in het jaar 1998. Gebeten om zich gepassioneerd waar te maken. “Mijn eerste project was een multifunctionele loft aan de Antwerpsepoort in Brussel. Voor het interieur had ik een compositie van sculpturale meubelobjecten uitgewerkt. Als totaalplaatje gaf dat een installatie van een kunstenaar, maar dan om effectief in te wonen. In De Morgen kreeg ik gelijk een erkentelijke publicatie op twee pagina’s.” Het bleek een statement te zijn. De bal was aan het rollen. 

Inmiddels zijn we 2021 en staat Luc aan het hoofd van een zestigkoppig multidisciplinair bureau. Binst Architects huist aan de Luikstraat in Antwerpen. Binst’ eigen creatief nest waar hij van droomde. In het pand heeft Luc Binst zijn stempel gedrukt. Knap hoe open en gesloten interfereren. De unieke kleurtoets geeft ons een goed gevoel. We worden stil van de globale expressie en de architecturale scherpte van de detaillering. De renovatie en herinrichting betekenen duidelijk een meerwaarde voor het gebouw. 

Luc Binst: “We hebben een groot palet aan mogelijkheden. Een bouwwerk kan zeer rigide, beheerst en strak zijn qua opbouw. Of we pakken het radicaal en contextueel meer organisch aan, zoals laatst in Oostende. Als bureau bieden wij de klant een luisterend oor en blijven altijd open-minded. Uiteindelijk wensen wij onze deskundigheid jaarlijks inhoudelijk te versterken en architecturaal te blijven groeien als een zeer dynamisch, ambitieus en meer visionair topbureau.”  

Als Luc Binst ons tot slot vertelt dat hij met B brand zichzelf en zijn team voortaan ook op de kaart wil zetten als designers van meubilair en toebehoren, met eigen collecties, dan lijkt ons dit niet meer dan een logische stap in zijn boeiende carrière. Ons oog valt op de atypische tafel met vijf poten, voorgesteld op het Salone del Mobile in 2019. Benieuwd naar wat de toekomst nog brengt…