NLFR

Platform over architectuur, interieur- & landschapsarchitectuur
Opmars van de autolift in residentiële woningen

Opmars van de autolift in residentiële woningen

Voor privéwoningen komt men in het luxueuze segment tegenwoordig steeds vaker uit bij een ondergrondse garage of parkeerplaatsen in combinatie met een autolift. Het opzet: het maximaal gebruik van de bovengrondse en ondergrondse oppervlakte, in combinatie met parkeercomfort dicht bij de woning.

Een inpandige garage gaat ten koste van de nuttige woonruimte die de bewoners optimaal wensen te gebruiken, zeker met de steeds schaarser wordende ruimte en bebouwbare oppervlakte. Een vrijstaand garagegebouw levert niet altijd het gewenste esthetische resultaat, gaat ten koste van de tuin en zorgt soms voor stedenbouwkundige euvels. Dan maar een ondergrondse parkeerruimte in de kelderverdieping. Wie dan ook nog een inrijhelling wil vermijden – en daar wat extra budget voor over heeft – komt uit bij een autolift als plaatsbesparend en inbraakwerend alternatief. Vooral gepassioneerde autobezitters belanden steeds vaker bij deze uitkomst. Enkele mogelijkheden en aandachtpunten – ook wat betreft de veiligheid – toegelicht.

Autoliften: twee grote categorieën

We moeten onderscheid maken tussen twee grote categorieën van autoliften. Vooreerst zijn er de autoliften die onder de Europese liftnorm vallen. Eigenlijk zijn deze te vergelijken met een personenlift, weliswaar groter van formaat, met een aangepaste inrichting, veiligheidsvoorzieningen en een aanzienlijke hefkracht. Zo komt één autolift, afhankelijk van het formaat, overeen met een lift voor een vijftigtal personen die tegelijkertijd vervoerd worden. Deze autoliften – die eigenlijk net zo goed personen met bijvoorbeeld een fiets aan de hand kunnen en mogen transporteren – moeten dan ook aan dezelfde strenge wettelijke eisen en certificering voldoen als een personenlift op vlak van veiligheid. Meer nog, ze zijn sowieso onderhevig aan een periodieke keuring en onderhoud waardoor deze geruststellende veiligheid ook op termijn gegarandeerd blijft. De poorten of deuren en de lift vormen één geheel en zijn steeds perfect op elkaar afgestemd. Deze liften zijn ook sneller – vooral in vergelijking met de tweede categorie – en vinden vooral hun weg naar grotere residentiële projecten en appartementsgebouwen met intensief gebruik van de lift. De tweede categorie van autoliften is deze die valt onder de Richtlijn Machines. 

Dit is wat men noemt een ‘trage lift’ die een snelheid van maximaal 0,15 m/s mag halen. Een heel andere benadering met weliswaar ondertussen ook tal van toepassingen.

Privéwoningen met beperkt te overbruggen hoogte

De autolift bewijst niet alleen zijn nut in appartementsgebouwen, maar vindt ondertussen dus ook steeds vaker zijn weg naar luxueuze privéwoningen. In dit laatste geval wordt er frequent gekozen voor liftsystemen die onder de Machinerichtlijn vallen. Het betreft twee subcategorieën: de autolift die alleen de auto transporteert en geen personen – ook niet in de auto – en als tweede categorie de trage autolift die minder snel gaat dan 0,15 m/s en ook bedoeld is voor auto’s met personenbegeleiding. Maar ook dan vallen er nog heel wat keuzes te maken, voor het hefsysteem, de toegangsdeuren en tot slot de veiligheidssturing en de bedieningsposten. Bij beperkte in- of uitrijmogelijkheden kan men de lift bovendien combineren met een draaiplatform, voor geoptimaliseerd parkeercomfort.

Hefsystemen

Wat de hefsystemen betreft, vormt de hydraulische schaarheftafel een vaak voorgestelde oplossing. Afhankelijk van de grootte van het platform kan men hier met één enkele schaarlift tot 3,5 à 4 meter overbruggen. Zo’n schaarlift wordt rechtstreeks op de vloer gemonteerd, vergt dus geen wandmontage en werkt zo goed als geluidloos. Indien deze hefhoogte niet volstaat, dan vormt een dubbele schaarlift een optie. Deze heeft wel een diepere bouwput nodig en gaat soms een heel stuk hoger dan eigenlijk nodig is. Als alternatief, in dit geval te overwegen, is er de autolift met mastgeleiding of kettingtakel. Deze kunnen tot 12 meter zakken en vinden bijgevolg ook hun weg naar kleine appartementsgebouwen met beperkte inrijruimte.

Veilige toegangsdeuren

Vervolgens is er de kwestie van de toegangsdeuren. Veiligheidshalve voorziet men in het geval van een inpandige autolift doorgaans twee sectionaalpoorten: één inrijpoort boven en één die toegang verleent tot de ondergrondse garage. Om valgevaar te vermijden moet de besturing van de poorten uiteraard afgestemd zijn op de toepassing van de autolift. De poorten blijven gesloten als de autolift zich niet op de desbetreffende verdieping bevindt. Naast de inpandige is het vooral de uitpandige autolift die aan populariteit wint. In dit geval spreken we van een baldakijnlift waarvan het dak doorgaans verzonken ligt in de oprit. Doordat het dak met hetzelfde bestratingsmateriaal kan worden afgewerkt, blinkt deze lift en parkeeroptie uit in discretie. Zo’n baldakijnlift, die geen woonruimte inpalmt, kan toegang verlenen tot de ondergrondse garage. 

Daarnaast wordt ook de mogelijkheid geboden om maar één wagen ondergronds te parkeren, in de liftschacht en in dit geval zonder ondergrondse uitrijmogelijkheid. Zo kan de oldtimer ondergrond en daarboven – op het dak – de wagen voor elke dag. Op deze manier wordt de parkeeroppervlakte verdubbeld.

Met of zonder personenbegeleiding

De te treffen veiligheidsmaatregelen zijn afhankelijk van de concrete toepassing en het gebruik. In het geval van een baldakijnlift zonder personenbegeleiding gebeurt de bediening van bovenuit waardoor men de situatie kan overschouwen. Diezelfde autolift mét personenbegeleiding vergt bijkomende voorzieningen. Een extra scanner en/of camerabewaking – waarvan de beelden van de zone rond het liftdak te zien zijn op het scherm van de bedieningspost – vormt in dit geval een extra veiligheid. Is er in de liftschacht geen gsm-ontvangst, dan is ook een bidirectioneel communicatiesysteem geen overbodige luxe. Tot slot is een noodbatterij, die de lift en eventuele poort bedient in geval van stroompanne, een noodzaak. 

Over certificering en keuringen  

Wat de certificering betreft, geldt de volgende regel: een autolift die een afstand van 3 meter en meer overbrugt, mag geen personen vervoeren, tenzij er een Europese typegoedkeuring werd behaald. Voor autoliften met minder dan 3 meter niveauverschil of liften zonder personenbegeleiding is dit dus geen must. Wat de keuring betreft: de autoliften (volgens machinerichtlijn) die alleen bedoeld zijn voor privégebruik zijn niet onderhevig aan een keuringsplicht door een onafhankelijk aangewezen instantie. Wil je als architect en bouwheer zekerheid? In steeds meer bestekken wordt voorgeschreven dat ook autoliften die niet onder de Richtlijn liften vallen gekeurd moeten worden. Sommige verdelers/installateurs voorzien na installatie sowieso een wettelijk keuringsattest, afgeleverd door een erkend keuringsbureau. Een kleine meerprijs voor een gerust gemoed.   

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details