Het verduurzamen van warmte is, met het oog op 2050 en de energietransitie, een grote uitdaging. Individuele warmtepompen zijn één ding, maar ook de verdere uitrol van Vlaamse warmtenetten kan en zal daar verder toe bijdragen. Warmtenetten zijn geen duurzame warmtebron an sich, maar wel een transportmiddel bij uitstek om de warmte van grote en collectieve duurzame warmtebronnen tot in onze huizen, kantoren, scholen en andere gebouwen te brengen.
Wanneer we Vlaanderen vergelijken met bijvoorbeeld de Scandinavische landen, hebben we op vlak van warmtenetten nog een aanzienlijke inhaalbeweging te maken. Maar er zit de laatste jaren wel degelijk schot in de zaak. De VREG maakt melding van 84 geregistreerde warmtenetten – met in 2021 exact 1.139 GWh geleverd aan 6.823 eindafnemers – en dat aantal neemt verder toe.
Warmte is met een aandeel van meer dan 50 procent de belangrijkste component in het energieverbruik in Vlaanderen. Bij gezinnen vertegenwoordigt verwarming zelfs tot driekwart van het energieverbruik. Logisch dat er hier dus veel potentieel is voor verduurzaming. Dat kan onder meer met warmtenetten. Naar een warmtenet wordt ook wel verwezen als stadsverwarming, waarbij men via een ondergronds netwerk van buiten de warmte uit een of meer grote warmtebronnen tot bij de warmteklanten brengt. Die warmtebronnen kunnen klassieke fossiele bronnen zijn zoals aardgas – ook al efficiënter dan individuele verwarmingsketels -, maar pas echt interessant wordt het wanneer men gaat gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen of restwarmte. Het is ook mogelijk om verschillende warmtebronnen te combineren of na verloop van tijd over te schakelen op een andere (meer duurzame) warmtebron. Het potentieel? “De Europese STRATEGO-studie heeft voor diverse Europese landen berekend dat warmtenetten 40 tot 65 procent van de warmtevraag kunnen invullen. Voor het Vlaams gewest heeft VITO in 2015 een kosten-batenanalyse uitgevoerd. Daaruit blijkt dat een aandeel van 62 procent van de totale Vlaamse warmtevraag kosteneffectief kan worden uitgebaat door een warmtenet gevoed met restwarmte. Dit is vooral zinvol in dicht bebouwde kernen van dorpen en steden en daarnaast ook voor de warmte-uitwisseling op industriegebieden”, aldus Warmtenetwerk Vlaanderen. Heel wat mogelijkheden, dus.
De warmtebronnen zijn dus legio, waaronder ook restwarmte. Zoals heel wat andere steden beschikt bijvoorbeeld ook Gent over een warmtenet dat gevoed wordt door een afvalverbrandingsinstallatie. De wijk ‘De nieuwe Dokken’ krijgt op zijn beurt onder meer de restwarmte van het naburige bedrijf Christeyns. Stad Antwerpen kondigt nieuwe warmtebronnen aan voor de zuidelijke warmtenetten, met onder meer de restwarmte van Umicore in Hoboken. Nog een voorbeeld is het warmtenet van Warmte Verzilverd dat gebruik maakt van industriële restwarmte van de Agfa-Gevaertfabriek in Mortsel en ondertussen warmte levert aan de nieuwbouwprojecten Zilverkwartier en Minerve. Maar ook bestaande gebouwen werden aangesloten. Het is dan ook een misvatting dat een warmtenet zich alleen maar leent voor nieuwbouw.
Wat betreft hernieuwbare energiebronnen zijn er ook verschillende mogelijkheden. Denk daarbij aan ondiepe en diepe geothermie, bio-energie, thermische zonne-energie, enzovoort. Onder meer Duitsland heeft al succesvolle warmtenetprojecten met zonne-energie. Er zijn ongeveer 50 grote warmtenetten op thermische zonne-energie in gebruik. In Groningen is de bouw van het grootste zonnewarmtepark, dat zonnewarmte zal leveren aan het warmtenet, van start gegaan. Korter bij huis is er het innovatieve warmtenet in het West-Vlaamse Anzegem. Op de site De Voerman komt er een warmtenet dat een dertigtal woningen en een aantal kmo’s zal voorzien van warmte in de winter en afkoeling in de zomer. Het meest bijzondere aan dit project is dat de warmte en koeling gehaald worden uit de hoofddrinkwaterleiding van De Watergroep die aan de site passeert. Brecht Vermeulen, voorzitter van De Watergroep, licht toe: “De Watergroep heeft de ambitie om tegen 2030 energieneutraal te zijn. Daarnaast stellen we onze infrastructuur graag ter beschikking om de energietransitie in Vlaanderen te faciliteren. We zien dit als een pilootproject om ervaring op te doen met grotere warmtenetten en promoten dit concept actief bij projectontwikkelaars.” Wordt dus vervolgd.
Bronnen: warmtenet.ode.be – De warmtegids, maart 2022, uitgave van VVSG en het VEKA – Rapport over de activiteit warmtenetten bij de VREG in 2021-2022 – www.vlaanderen.be