Tagarchief: Bouwsector

Preview op de bouwsector: de weg naar koolstofneutraal, het nut van subsidies en de tekorten in de bouwsector

Essencia
Lees het gehele artikel

Hoe staat het met de bouwsector in Vlaanderen? Wat zijn de uitdagingen voor vandaag en morgen? En hoe gaan we koolstofneutraal naar de toekomst toe?  Een aantal experten uit het veld hebben zich over deze en andere vragen gebogen. Aan het woord zijn Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele, CEO van Wienerberger België Caroline Van de Velde, Professor Johan Albrecht van de Universiteit Gent en Bieke Gepts, zaakvoerder van onderzoeksbureau Essencia Marketing.

De bouwsector doet het goed. Sinds het einde van de eerste lockdown ziet men dat de bouwactiviteit is aangetrokken en de experten zijn het erover eens dat de bouwsector zich in een hoogconjunctuur begeeft. “We bevinden ons op het niveau van 2004 – 2005 – 2006, waar ook wel naar gerefereerd wordt als de gouden jaren van de bouwsector”, legt Bieke Gepts uit.

Niettegenstaande staat de sector voor een aantal uitdagingen, zowel op lange als korte termijn.

Een kader van ambitieuze doelstellingen voor 2050

Een eerste belangrijke uitdaging ligt in het feit dat de EU tegen 2050 het eerste koolstofarme continent wil zijn. Om dit te bereiken moet de uitstoot in alle sectoren dalen met 80 tot 95%, ook in onze bouw- en woningsector. De Vlaamse regering heeft daarvoor een tijdje geleden de handen in mekaar geslagen met de bouwsector en kwam zo tot het Renovatiepact 2050. Het doel is tegen 2050 te evolueren naar een bijna energieneutraal woningpark.

Wetende dat we met een enorm verouderd woningpark zitten, is dit zeker geen sinecure.

“In Vlaanderen voldoet 5% van de woningen aan de normen die voorzien zijn voor 2050, in Wallonië is dat 1% en in Brussel voldoet slechts 0.5% aan deze normen”, staaft Professor Albrecht. Concreet moet 97% van de woningen op 30 jaar tijd getransformeerd worden.

De renovatiegraad moet dus fors omhoog. Maar toch zien we in de praktijk dat deze de laatste 10 jaar is afgevlakt. “En dan moeten we ons de vraag stellen hoe dit komt.” Een reden is zeker de financiële barrière. Zo blijkt ook uit het onderzoek van Professor Albrecht:  “Bijna de helft van de Vlaamse woningeigenaars heeft niet voldoende middelen om de noodzakelijke renovaties voor een klimaatneutrale woning te kunnen doorvoeren. 20% van deze groep geeft aan een tekort tot 50.000 euro te hebben.”

Maar, zo nuanceert de professor, langs de andere kant zijn er ook heel wat eigenaars die wél de financiële middelen hebben maar ook niet renoveren. In het beleid moet dus niet enkel gekeken worden naar de financiële ondersteuning voor zij die niet voldoende middelen hebben om te renoveren, maar ook zeker de eigenaars die het wel kunnen, meetrekken in het verhaal naar 2050.

De zin en onzin van premies

Minister Diependaele is het eens met deze vaststelling. “We moeten zeker niet te snel denken dat we het wel zullen oplossen met premies.” Daarom wordt er ook een belangrijke focus gelegd op het over de streep trekken van eigenaars die momenteel géén voordelen zien in het uitvoeren van een energetische renovatie of die het wel kunnen, maar niet doen. De minister vervolgt: “De oplossing zit daar in het sensibiliseren van de bevolking opdat mensen het prioritair belang ervan gaan inzien. Eigenaars moeten willen investeren in hun project, in het belang van het milieu én de eigen portemonnee.”

Toch blijft het beschikbaar stellen van premies een belangrijke aanmoediging. Zeker in de huidige situatie waarbij de prijzen van de kwalitatief slechtere woningen de afgelopen jaren gestegen zijn. Dit impliceert dat vele kopers vandaag de dag niet of minder snel kunnen renoveren omdat de aankoop van de woning al zeer duur was. Financiële ondersteuning is dan zeker wenselijk.

Maar ook, zo merken de experts op, is het belangrijk te weten hoe de woning ervoor staat op het vlak van energie om te weten welke renovatiekosten de koper of eigenaar nog te wachten staan. En daar is het EPC-attest een belangrijke parameter voor.

Kennis van het EPC is een belangrijke hefboom

De noodzaak inzien van klimaatrenovaties hangt ook samen met het kennen van de toestand van de woning. En daar knelt blijkbaar ook het schoentje. Veel eigenaars weten op dit moment niet wat het EPC is van hun woning. Het kennen van die waarde kan aanzetten om alsnog over te gaan tot een renovatie, zeker voor de eigenaars die geen financiële barrière hebben, en met het oog op het behoud van de waarde van het pand.

Minister Diependaele merkt in dat kader op dat 2050 voor heel wat eigenaars nog ver weg in de toekomst ligt. Het perspectief op lange termijn moedigt vandaag de dag nog onvoldoende aan om nu al rekening te houden met de normen en het waarde-behoud in 2050 bijvoorbeeld. Ook daar ligt er dus nog een belangrijke uitdaging voor de toekomst. Als men de normen van 2050 wil kunnen realiseren, moet men nu aan de slag.

Uitdagingen van vandaag in de bouwsector

Maar hoe zit het met de bouwsector zelf? Zijn zij klaar om mee aan de slag te gaan? Caroline Van de Velde, CEO van Wienerberger België, bevestigt dat het goed gaat met de bouwsector, maar kampt, net zoals vele bouwbedrijven, met een steeds groter worden tekort aan grondstoffen en producten. “En dat tekort wordt alleen maar groter nu China en de VS terug heropleven na de covid-pandemie. Gevolg? De prijzen stijgen enorm en snel. Zo is de aankoopprijs van hout verdubbeld en ook isolatie is veel duurder geworden.” Dit heeft uiteraard een effect op de prijzen van de renovatiekosten, want leveranciers zullen op een bepaald moment ongetwijfeld deze prijsstijgingen moeten doorrekenen aan de eindconsument. Het zal dan ook belangrijk zijn om een balans te vinden tussen de stijgende prijzen en tegelijk vermijden dat de investeringen op termijn dalen. Zo is er de vrees voor een stijging van de inflatie, die in de VS al oploopt tot 5%.

Maar ook een tekort op de arbeidsmarkt en het vinden van geschikt personeel in de bouw, is een enorm pijnpunt. In de bouwsector zijn er veel knelpuntberoepen, denk maar aan metsers en dakdekkers, maar ook in de industrie. Hier gaat het vaak om de technische beroepen. Het vinden van de juiste profielen voor IT, Automation, processing,… blijkt een groot probleem. Toch is er in Vlaanderen, met zijn tewerkstellingsgraad van ongeveer 75%, zeker nog arbeidspotentieel. Het heractiveren van de werkloosheidspopulatie, en het omscholen van mensen naar knelpuntberoepen in de bouw, is zeker een weg die verder bewandeld moet worden.

Dit tekort heeft ook een invloed op de werking van bedrijven in de bouwsector. Zo merkt Bieke Gepts op dat er steeds meer wordt ingezet op prefab en geïndustrialiseerd bouwen, om zo minder afhankelijk te zijn van medewerkers.

Prijsevolutie op de woningmarkt

Tot slot is er vandaag de dag nog de schaarste aan bouwgronden en de daarbij horende stijgende woningprijzen. Hoe schatten de experten daar de toekomst in? Professor Albrecht: “Ik verwacht dat men alsmaar meer zal inzetten op de afbraak van zeer slechte woningen om deze te vervangen door duurzame nieuwbouwwoningen. Voornamelijk in de stad zal dit een belangrijke factor zijn om aantrekkelijk te blijven.”

Het verlaagde BTW-tarief van 6% (i.p.v. 21%) zal daarbij een cruciale rol spelen. Minister Diependaele beaamt en is eveneens voorstander om de registratierechten nog verder te doen dalen. “Mensen gaan dan sneller een woning kopen en verkopen. Dit geeft alleen maar voordelen, zo zullen mensen bijvoorbeeld sneller geneigd zijn dichterbij hun werk te wonen, dus ook naar mobiliteit toe geeft dit perspectief.”

Preview op de bouwsector: conclusie

De experten rond de tafel zijn het met elkaar eens: de bouwsector boomt maar staat, samen met de overheid, voor de nodige uitdagingen. Er is een belangrijke taak weggelegd voor het ondersteunen en sensibiliseren van woningeigenaars om de ambitieuze koolstofneutrale doelstellingen te behalen. Tegelijkertijd heeft de bouwsector de belangrijke taak om de groei te kunnen bijhouden, gezien het enorme potentieel op de renovatiemarkt. Het aantrekken van arbeidskrachten en voldoende voorraden speelt daarbij zeker een belangrijke rol.

Interesse in het volledige rondetafelgesprek? Bekijk hier de opname.

“Een huis moet de nieuwsgierigheid wekken, maar tegelijk de bewoners ertegen beschermen”

Architect-4-project-Brugge-Carmen-Lammens-83188321_132159019471
Lees het gehele artikel

De vrijheid die ik daar, als een vogel in de natuur, mocht ervaren, heb ik toen verwerkt in de architectuur.” Zo klinkt het uit de mond van architecte Carmen Lammens. Het is dit gevoel dat overheerst in al haar ontwerpen.

Het was 1993 toen Philippe Desmet en Carmen Lammens studiegenoten waren op Sint-Lucas in Gent. Op creatief vlak was er meteen een klik en dus werkte het tweetal veel samen. Dat resulteerde uiteindelijk in de opstart van een eigen architectenbureau: Desmet & Lammens. “Vanuit die professionele relatie zijn we dan een echtpaar geworden. Zo gaat dat in het leven”, lacht Carmen.

Carmen Lammens, een en al gedrevenheid.

Dubbel visitekaartje

“Als achttienjarige kwam ik in de vakantie vaak in Oostende. Daar leerden we een familie kennen uit Keerbergen. Ik hoor hen nog zeggen: als jij ooit architect bent, dan mag jij de verbouwing en uitbreiding van ons huis doen. En zo is het gegaan.” Dat eerste project was meteen een schot in de roos. “We kregen carte blanche en voor een pas afgestudeerd architectenpaar was dat een godsgeschenk. We hebben ons gesmeten!” Even later stond de bouw van een rijhuis op het programma. “Niet al te breed en daardoor net een enorme uitdaging. Kamagurka heeft er lang gewoond.” Twee referenties waarmee het koppel zich op de kaart zette.

Intensief puzzelwerk

In 1999 kochten Philippe en Carmen een eigen bouwgrond. Voor de realisatie van hun woning hebben ze drie jaar de tijd genomen. Dat zegt veel over de zin voor perfectie en de passie voor het metier van architect. Het ontwerp is van Carmen. “De bouw heeft heel wat voeten in de aarde gehad omdat Philippe, zoals steeds, bijzonder kritisch over mijn schouders heeft meegekeken. We hebben dan ook veel gepuzzeld en bijgestuurd. Daar staat bij ons geen maat op, het is soms doorwerken tot ’s nachts.”

Beperkte oppervlakte optimaal benut. (Beeld: © Yannick Milpas)

Strak en speels

Voor twee broers rezen er op eenzelfde locatie twee villa’s uit de grond. Achter de baksteen gaat een interieur schuil met een warme, ietwat landelijke toets. De villa met het pleisterwerk ademt binnen en buiten de vakantiesfeer van Ibiza. Als ‘bindmiddel’ is er het hout aan de gevels. Strakke architectuur met een speels karakter. “Achteraan kijk je uit op het groen en een meer dat je doet wegdromen. Overal halen we het buitengebeuren in huis, maar zonder afbreuk te doen aan de huiselijkheid.”

Overal wordt het buitengebeuren in huis gehaald. (Beeld: © Yannick Milpas)

Altijd vakantie 

Bij elk project draait het om harmonie creëren met de omgeving en het totaalplaatje in de juiste verhouding krijgen. Zo ook hier in Oostduinkerke. Een vakantiehuis in de duinen, op loopafstand van de zee. “Het was zaak om de beschikbare ruimte optimaal te benutten. In heel dit gebouw met drie verdiepingen en een splitlevel, geniet je van de openheid, precies zoals je die ervaart op het strand. Eigenlijk maak ik van elk huis een vakantiehuis.” 

In de wolken

In Brugge treffen we een pand met een centrale binnenplaats waar alle ruimten op uitgeven. Transparantie, maar zonder in te boeten aan privacy. “Het bovengedeelte lijkt te zweven als een wolk boven het geheel. Ik hou wel van een zweem geheimzinnigheid. Nieuwsgierig maken zonder teveel prijs te geven. Ontsluiten en toch afschermen, je beschermen als een tweede huid.” Met hun tijdloze stek zijn de huiseigenaars beslist in de wolken.  

Resultaten VLAIO-TETRA-project. Kalkhennep in de Vlaamse bouwsector

Foto-3-Kalkhennep
Lees het gehele artikel

Kalkhennep is een (gedeeltelijk) nagroeibaar materiaal, een mengsel van hennepscheven en kalk. De introductie van kalkhennep in Vlaanderen is relatief recent en daarom zijn onderbouwde kennis en praktische informatie over het materiaal, de eigenschappen en de implicaties op een ontwerp en op de plaatsing ervan niet altijd voorhanden.

Waarom dit project?

Het energie- en grondstoffenverbruik wereldwijd liggen torenhoog en de voorraad is uiteraard niet oneindig. Ook de bouwsector heeft zijn aandeel in dit verbruik. Bovendien zorgen de productie van bouwmaterialen en het gebruik en onderhoud van gebouwen voor de uitstoot van broeikasgassen, waaronder ook CO2. Daarom worden, naast het ontrollen van energiebesparende maatregelen, ook alternatieven ontwikkeld. Kalkhennep in zijn huidige samenstelling en toepassingsvorm is een voorbeeld van een relatief nieuw materiaal dat over interessante troeven beschikt. Omwille van het specifieke materiaalgedrag is een goede kennis van het materiaal en de verwerking ervan nodig. “Het ontwikkelen van ontwerp- en uitvoeringsondersteuning voor de toepassing van kalkhennep in Vlaanderen was de belangrijkste doelstelling van ons project”, klinkt het bij de projectpartners.

Kalkhennep als bouwmateriaal, relatief nieuw maar met interessant potentieel.

Uitvoerig onderzoek

Op welke manier wordt kalkhennep in een gebouw toegepast? Welke hygrothermische prestaties mogen in de praktijk verwacht worden? Welke factoren dienen in rekening gebracht te worden bij het ontwerp van een kalkhennepgebouw? Hoe kunnen details voor een kalkhennepgebouw eruitzien? Hoe kan kalkhennep geplaatst worden? Deze onderzoeksvragen werden gedurende twee jaar, van oktober 2018 tot december 2020, onderzocht. Tijdens een online slotevent werden de resultaten voorgesteld: twee praktijkgidsen met ontwerp- en uitvoeringsrichtlijnen en praktijkvoorbeelden, drie webinars die een korte introductie geven in het materiaal, zijn eigenschappen en toepassingsmogelijkheden, en tien uitgewerkte details, inclusief 3D-animaties, voor veelvoorkomende bouwknopen.

Praktijkgidsen

De ontwikkelde praktijkgidsen handelen rond de toepassing van kalkhennep in wanden en zijn het resultaat van research in bestaande literatuur en nieuwe onderzoeksresultaten. Zo bevat de praktijkgids ‘Kalkhennep: ontwerp- en uitvoeringsondersteuning’ een uitgebreide introductie in het materiaal, gaat het dieper in op de (belangrijkste) eigenschappen ervan en geeft het een overzicht van ontwerp- en uitvoeringsrichtlijnen en bouwdetails. In deze gids zijn de onderzoeksresultaten van het project verwerkt en wordt een uitgebreid portfolio van toepassingen in Vlaanderen en omstreken meegegeven.

Wie louter op zoek is naar een eerste kennismaking met kalkhennep vindt zijn of haar gading in de gids ‘Kalkhennep: praktijkvoorbeelden’. Hierin zijn enkel het portfolio en een korte introductie van het materiaal opgenomen.
Via de website www.sites.google.com/uhasselt.be/building-beyond-borders kan je doorklikken naar een specifieke pagina rond dit project. Hier vind je het aanvraagformulier om de praktijkgidsen gratis te downloaden en kan je de webinars en het slotevent bekijken.

(Nabije) toekomst

Verschillende vragen blijven na dit onderzoek nog open staan. Vermits het project zich toespitste op het gebruik van kalkhennep in wanden is één van de nog open vragen hoe kalkhennep zich in vloeren en (platte) daken gedraagt. Ook de ontwikkeling van methodes om de droging te versnellen en de plaatsing te vereenvoudigen zijn vandaag nog onbeantwoord, net als de verwerking van kalkhennep na afbraak. “Het onderzoek naar verdere toepassingen van dit materiaal staat zeker nog niet stil”, klinkt het in koor bij de projectpartners. 

Meer renovaties in coronajaar 2020

Impact corona op renovatieactiviteit[1] kopiëren
Lees het gehele artikel

Meer dan de helft van de huiseigenaars heeft door of tijdens de coronaperikelen klus- of renovatiewerken uitgevoerd die oorspronkelijk niet voorzien waren of kleinschaliger begroot waren.

Ligt het aan de lockdown die ervoor zorgde dat mensen meer thuis waren, hebben de verschillende klimaatprogramma’s de Belgische burger eindelijk wakker geschud of moeten we toch vooral kijken in de richting van de subsidieprogramma’s voor renovatie? Vast staat alleszins dat er in 2020 duchtig aan ons gebouwenpatrimonium is gewerkt. De bouwsector is daarmee een van de weinige sectoren die – althans tot dusver – geen negatieve gevolgen van de COVID-pandemie heeft ondervonden.

Uit het onderzoek van Essencia naar renovatiewerken bij 4.500 Belgische huiseigenaars kwamen heel wat interessante bevinden naar boven. Zo bleek dat 58% van de huiseigenaars klus- of renovatiewerken heeft uitgevoerd die oorspronkelijk niet voorzien waren of kleinschaliger begroot waren. 9% hiervan geeft aan juist door corona meer budget te hebben kunnen spenderen. 17% haalt dan weer aan door corona zelf aan de slag te zijn gegaan in plaats een vakman in te schakelen.

Daar staat dan tegenover dat 37% in 2020 de geplande klus- of renovatiewerken heeft uitgesteld. 14% daarvan gaf daarvoor de economische onzekerheid als reden aan, 10% gezondheidsproblemen binnen het gezin of de familie en de overige 13% stelde de werken uit omdat er geen vakman beschikbaar bleek.

Vooral zonnepanelen en buitenaanleg

Buitenaanleg en het plaatsen van zonnepanelen bleken de twee grootste stijgers. Die evolutie kan duidelijk gelinkt worden aan respectievelijk de verplichte ‘staycation’ en subsidies voor energiebezuiniging.

Opvallend is dat er enkel in Vlaanderen meer zonnepanelen werden geplaatst in 2020 in vergelijking met het jaar ervoor (+3,9%), vooral binnen de groep jonger dan 40 was die stijging merkbaar (+7,4%). In Wallonië is het aantal huiseigenaars dat zonnepanelen plaatste met 0,5% afgenomen.

Binnen energiezuinige werken stegen niet alleen de plaatsing van zonnepanelen (+2,4%), maar ook de aankoop van andere hernieuwbare energiebronnen, zoals de warmtepomp en de zonneboiler. Die cijfers tonen aan dat de bouwsector, die vaak met de vinger wordt gewezen als het gaat over de klimaatproblemen, steeds meer en beter bijdraagt aan de oplossing ervan.

Hoe jonger, hoe belangrijker prijs maar ook levensduur

De groep jonger dan 40 telt relatief gezien (en niet geheel verrassend) de meeste verbouwers en ook die hebben ‘geprofiteerd’ van extra ‘coronatijd’. Meer dan de helft van de huiseigenaars in die groep heeft in 2020 in of aan zijn huis gewerkt. Het gemiddeld besteed bedrag lag zelfs 24% hoger dan in 2019.

De belangrijkste beslissingscriteria bij de keuze van bouwmaterialen in deze groep zijn prijs (28%) en levensduur van het (bouw)materiaal (21%). De kostprijs van het totale project drukken, doen de -40-jarigen door zoveel mogelijk werken zelf uit te voeren (60%) en subsidies aan te vragen (31%). Het aandeel dat advies inwint bij een architect of energiedeskundige is ook toegenomen maar blijft laag (24%).